Alles doorstonden ze, en jonger werden ze met de jaren. Uit onheuglijke tijden diepen ze hun levens op: het ‘Grootestadsmeisje’ dat vrij wilde zijn en zo haar dochter kwijtraakte, de Belgische vluchteling die zijn brouwerij en zijn zoon verloor, de Moonlight Serenaders die alle verdriet en gemis weg toeterden.
Ze werden uitgescholden, beledigd en waren in levensgevaar: maar ze leefden door. In Antwerpen, Amsterdam, in Nispen en Parijs. Elk leven is een epos, en zelf zorgden ze voor een happy ending. Hun verhalen zijn, net op tijd, opgetekend: drie vertellingen over hoe de twintigste eeuw over mensenlevens kan walsen – en vooral over hoe je dat kan overleven.
‘Van den Oord is een tovenaar met woorden. Levens, verlangens en diepgeworteld leed, verteld tegen de achtergrond van de Grote Geschiedenis, verandert ze in indrukwekkende literatuur. ’ **** De Telegraaf
‘Hoe haal je de geschiedenis dichtbij? Door hem persoonlijk te maken. Het lijkt wel literatuur.’ **** NRC-Handelsblad
‘Ontroerende geschiedenissen, soms zo ingeleefd geschreven dat de verwarring van de hoofdpersonen op de lezer overslaat.’ Algemeen Dagblad
Oud was ik toen ik jong was, het leven van een eeuw: 2011, 208 blz.
Over een van de verhalen in dit boek, Mme K., schreef ik dit artikel in: Historisch Nieuwsblad
Voorleesfragment:
Inkijkexemplaar:
Hier een paar foto’s van Helene Kibitz, oftewel Mme K.
Na haar overlijden, kreeg ik een van haar albums met prachtige oude foto’s…